Vertalingen atravesar ES>NL
I atravesar
werkw.
1) poner una cosa en el medio de otra, de un extremo a otro -
dwars leggen Los manifestantes atravesaron un camión en la ruta y cortaron el tránsito. - De demonstranten hebben een vrachtauto over de weg gelegd en het verkeer stil gelegd. |
2) estar una cosa en el medio de otra, ir de un extremo a otro -
passeren La ruta panamericana atraviesa toda América. - De pan-Amerikaanse hoofdweg loopt door heel Amerika. |
3) estar una cosa sobre otra de lado a lado -
dwars lopen La camiseta tiene una franja que atraviesa el pecho. - Het hemd heeft een strook dat dwars over de borst loopt. |
4) pasar por un cuerpo de un extremo a otro -
doorsteken la bala atravesó la pierna - de kogel ging dwars door zijn been |
5) pasar por una situación temporal -
doormaken atravesar una crisis - een crisis doormaken |
II atravesarse
werkw.
Uitspraak: | [atɾaβeˈsaɾse] |
1) ponerse algo o alguien en el medio y estorbar -
dwarsliggen Se atravesó en la cama y no pude acostarme. - Hij ging dwars op bed liggen en daardoor kon ik niet gaan liggen. |
2) intervenir en un asunto o problema ajeno -
ergens tussenkomen Esa mujer se atravesó entre los dos. - Die vrouw kwam tussenbeide. |
3) ser desagradable o causar molestia algo o alguien -
dwarszitten Se me ha atravesado la novia de mi hermano. - De vriendin van mijn broer heeft me zitten vervelen. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
atravesar (znw.) | de overlopen |
atravesar (ww.) | doorvaren (ww.) ; reizen door (ww.) ; oversteken (ww.) ; overgaan (ww.) ; kloven (ww.) ; klieven (ww.) ; in tweeën houwen (ww.) ; dwars oversteken (ww.) ; doormidden hakken (ww.) ; doorklieven (ww.) ; doorhouwen (ww.) ; doorheen reizen (ww.) ; doorhakken (ww.) ; doorbreken (ww.) |
atravesar | overwerkt ; overspannen ; passeren |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `atravesar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: agotadoES: agotado por exceso de trabajoES: agujerarES: agujerearES: calarES: cortarES: cruzarES: desmedidoES: despegarES: ensartar