Vertalingen desmontar ES>NL
I desmontar
werkw.
1) separar los elementos de algo -
demonteren desmontar un mueble - een meubelstuk uit elkaar halen |
2) cortar la vegetación de un monte landbouw -
nivelleren desmontar un terreno para construir - een terrein nivelleren voor de bouw |
II desmontar
werkw.
descender de un caballo o vehículo -
afstijgen Llegó al galope y desmontó frente a la casa. - Hij kwam aan in galop en steeg voor zijn huis af. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
desmontar (ww.) | ontmantelen (ww.) ; uiteenhalen (ww.) ; uiteen nemen (ww.) ; uit elkaar nemen (ww.) ; uit elkaar halen (ww.) ; uit de war halen (ww.) ; splitsen (ww.) ; scheiden (ww.) ; openbreken (ww.) ; ontwarren (ww.) ; onttakelen (ww.) ; ontrafelen (ww.) ; omlaagklauteren (ww.) ; losbreken (ww.) ; kraken (ww.) ; demonteren (ww.) ; afstijgen (ww.) ; afklimmen (ww.) ; afgraven (ww.) |
desmontar | afstappen ; ontspannen ; demonteren ; afstijgen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `desmontar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abrirES: abrir bruscamenteES: aniquilarES: apearseES: arruinarES: asolarES: bajarES: bajar de a bordoES: bajarseES: cambiar la fecha