Vertalingen engendrar ES>NL
engendrar
werkw.
1) dar existencia una persona o animal a un nuevo ser -
verwekken engendrar un hijo - een kind verwekken |
2) ser algo el origen de otra cosa -
leiden tot El exceso de tiempo libre engendra malos hábitos. - Het teveel aan vrije tijd leidt tot slechte gewoonten. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
engendrar (ww.) | opkweken (ww.) ; warmhouden (ww.) ; voortbrengen (ww.) ; verwekken (ww.) ; veroorzaken (ww.) ; verbouwen (ww.) ; uitlokken (ww.) ; uitbroeden (ww.) ; telen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; provoceren (ww.) ; procreëren (ww.) ; prikkelen (ww.) ; porren (ww.) ; planten (ww.) ; aanjagen (ww.) ; opjutten (ww.) ; motiveren (ww.) ; kweken (ww.) ; instigeren (ww.) ; iemand motiveren (ww.) ; genereren (ww.) ; fokken (ww.) ; broeden (ww.) ; aanzetten tot (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanplanten (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aankweken (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `engendrar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acarrearES: acentuarES: afilarES: aguijonearES: alentarES: animarES: apoyarES: apresurarES: apuntalarES: arreciar