Vertaal
Naar andere talen: • alentar > DEalentar > ENalentar > FR
Vertalingen alentar ES>NL

I alentar

werkw.
Uitspraak:  [alenˈtaɾ]

1) dar ánimos a alguien - een hart onder de riem steken
Alentó a su amigo a terminar la universidad. - Hij heeft zijn vriend een hart onder de riem gestoken zodat hij de universiteit afmaakt.

2) motivar una actividad - aanmoedigen
El gobierno alienta las actividades culturales. - De regering moedigt culturele activiteiten aan.


II alentar

werkw.
Uitspraak:  [alenˈtaɾ]

decir cosas elogiosas de alguien - lof uitspreken
Alabó a su madre. - Hij sprak lof uit over zijn moeder.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
alentar (ww.) aandrijven (ww.) ; aanmoedigen (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanvuren (ww.) ; bemoedigen (ww.) ; bezielen (ww.) ; moed inspreken (ww.) ; motiveren (ww.) ; opbeuren (ww.) ; opkrikken (ww.) ; opwekken (ww.) ; prikkelen (ww.) ; stimuleren (ww.) ; toejuichen (ww.) ; toemoedigen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `alentar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acentuar
ES: aclamar
ES: afilar
ES: aguijonear
ES: animar
ES: aplaudir
ES: apoyar
ES: apresurar
ES: apuntalar
ES: arrancar