Vertalingen acuerdo ES>NL
el acuerdo
zelfst.naamw.
1) entendimiento entre dos o más partes -
overeenkomst Luego de debatir, llegaron a un acuerdo. - Na het debat kwamen ze tot een overeenkomst. |
2) documento que aceptan las partes que lo firman -
verdrag firmar un acuerdo comercial - een handelsverdrag ondertekenen |
de acuerdo (=locución que expresa conformidad con algo) - afgesproken
De acuerdo, allí estaré. - Afgesproken, ik zal er zijn.
|
de acuerdo con (=en conformidad con, según) - in overeenstemming met
Actué de acuerdo con lo que me dijiste. - Ik heb gehandeld in overeenstemming met hetgeen jij me hebt gezegd.
|
ponerse de acuerdo (=llegar a una resolución común dos o más personas) - het eens worden
Los esposos se pusieron de acuerdo en el nombre del bebé. - De echtgenoten werden het met elkaar eens over de naam van de baby.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
acuerdo (ww.) | het eens zijn (ww.) |
el acuerdo (m) | het contract ; de zaak ; de winkelzaak ; de winkel (m) ; vonnisvelling (znw.) ; het vergelijk ; de uitvaardiging (v) ; de overeenstemming (v) ; overeenkomst ; de instemming (v) ; de goedkeuring (v) ; de gemeenschappelijkheid (v) ; het evenbeeld ; de decreet ; de compromis ; de beslechting (v) ; de articulatie (v) ; het arrangement ; het akkoord ; afspraak ; de afkondiging (v) ; het accorderen |
acuerdo | akkoord ; vloeistuk ; overeenstemming ; overeenkomst ; herenakkoord ; bochtafronding |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Omegawiki.org; Download IATE, European Union, 2017.; Trueterm
Voorbeeldzinnen met `acuerdo`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acuerdo amistosoES: alianzaES: anuncioES: aquiescenciaES: armoníaES: arregloES: avenenciaES: avisoES: calmaES: caso