Vertalingen acentuar ES>NL
I acentuar
werkw.
1) dar relieve fonético a una sílaba -
beklemtonen Hay palabras que puedes acentuar de modo distinto. - Er zijn woorden die op verschillende wijze kunnen worden beklemtoond. |
2) poner la tilde en una palabra -
de klemtoon leggen Si no acentúas "cantó" se convierte en un sustantivo. - Als je geen klemtoon legt op het woord "cantó", dan wordt het een zelfstandig naamwoord. |
3) realzar algo -
beklemtonen acentuar la importancia de la democracia - het belang van de democratie benadrukken |
II acentuarse
werkw.
aumentar en cantidad o intensidad -
toenemen La pobreza se acentúa. - De armoede neemt toe. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
acentuar (ww.) | aandoen (ww.) ; aanmaken (ww.) ; aanzetten (ww.) ; accentueren (ww.) ; beklemtonen (ww.) ; benadrukken (ww.) ; betonen (ww.) ; inschakelen (ww.) ; motiveren (ww.) ; starten (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `acentuar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: afilarES: aguijonearES: alentarES: animarES: apoyarES: apresurarES: apuntalarES: arreciarES: atosigarES: avivar