1. MWB
  2. Vertalen
  3. empujar (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • empujar > DE • empujar > EN • empujar > FR
Vertalingen empujar ES>NL

empujar

werkw.
Uitspraak:  [empu'xaɾ]

1) hacer fuerza contra algo para moverlo - duwen
empujar un mueble - tegen een meubel duwen

2) ejercer influencia sobre alguien para que realice una cosa determinada - dwingen
Lo tiene que empujar para que estudie. - Hij moet hem dwingen om te studeren.

3) hacer que alguien pierda un puesto - eruit werken
Empujé a mi secretaria a la calle. - Ik heb mijn secretaresse eruit gewerkt.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
empujar (ww.) stoten (ww.) ; opdrijven (ww.) ; opduwen (ww.) ; opendrukken (ww.) ; openstoten (ww.) ; opjutten (ww.) ; opzwepen (ww.) ; porren (ww.) ; sterk prikkelen (ww.) ; motiveren (ww.) ; verdringen (ww.) ; voortbewegen (ww.) ; voortdrijven (ww.) ; voortduwen (ww.) ; voortjagen (ww.) ; vooruitduwen (ww.) ; wegjagen (ww.) ; induwen (ww.) ; aanduwen (ww.) ; aanjagen (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanstoten (ww.) ; aanzetten (ww.) ; aanzwiepen (ww.) ; doordouwen (ww.) ; doorzetten (ww.) ; dringen (ww.) ; duwen (ww.) ; een por geven (ww.) ; iemand van de plaats dringen (ww.) ; indrukken (ww.)
empujar dringgedrag ; duwen ; drukken
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `empujar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: abollar
ES: acelerar
ES: acentuar
ES: afilar
ES: aguijonear
ES: alentar
ES: animar
ES: apoyar
ES: apresurar
ES: apretar