Vertalingen acelerar ES>NL
I acelerar
werkw.
incrementar la velocidad -
versnellen El conductor aceleró. - De bestuurder versnelde. |
II acelerar
werkw.
ocurrir con mayor rapidez o frecuencia -
versnellen La actividad industrial aceleró su ritmo. - De industriële sector versnelt zijn ritme. |
III acelerarse
werkw.
ponerse nerviosa una persona -
nerveus worden Se acelera demasiado con tanto trabajo. - Hij wordt veel te nerveus met zoveel werk. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
acelerar (ww.) | aanzetten (ww.) ; accelereren (ww.) ; gas geven (ww.) ; hardlopen (ww.) ; in vaart brengen (ww.) ; optrekken van auto (ww.) ; opzwepen (ww.) ; rennen (ww.) ; spurten (ww.) ; sterk prikkelen (ww.) ; versnellen (ww.) |
acelerar | sneller zwemmen ; vlugger zwemmen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Diving dictionary
Voorbeeldzinnen met `acelerar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acosarES: aguijonearES: apremiarES: apresurarES: apresurarseES: apretarES: apretujarES: arriarES: asediarES: atormentar