Vertaal
Naar andere talen: • desunir > DEdesunir > ENdesunir > FR
Vertalingen desunir ES>NL

I desunir

werkw.
Uitspraak:  [de'suniɾ]

1) separar lo que estaba junto - uit elkaar halen
desunir un rompecabezas - een puzzel uit elkaar halen

2) provocar una disputa entre dos personas - uiteen doen vallen
desunir un matrimonio - een huwelijk uiteen doen vallen


II desunirse

werkw.
Uitspraak:  [de'suniɾse]

separarse de alguien - zich (af)scheiden
desunirse del grupo - zich van de groep afscheiden

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
desunir (ww.) verdelen (ww.)
Bron: Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `desunir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: aislar
ES: alejar
ES: apartar
ES: desacoplar
ES: desagregar
ES: desatar
ES: desconectar
ES: desprender
ES: desvincular
ES: disgregar