Vertalingen aislar ES>NL
aislar (ww.) | buitensluiten (ww.) ; vereenzamen (ww.) ; Verbannen (ww.) ; uitstoten (ww.) ; uitsluiten (ww.) ; toevoegen (ww.) ; mijden (ww.) ; limiteren (ww.) ; isoleren (ww.) ; insluiten (ww.) ; inperken (ww.) ; inkapselen (ww.) ; indammen (ww.) ; bijvoegen (ww.) ; bijsluiten (ww.) ; beperken (ww.) ; apart zetten (ww.) ; afzonderen (ww.) ; afzijdig stellen (ww.) ; afsplitsen (ww.) ; afsplijten (ww.) ; afscheiden (ww.) |
aislar | afzetten ; uitschakelen ; isoleren |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `aislar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: abarcarES: abrazarES: adjuntarES: agregarES: alejar deES: apartarES: comprimirES: contenerES: contornearES: copar