Vertalingen avanzar ES>NL
I avanzar
werkw.
1) moverse o ir hacia adelante -
vooruitgaan Los tanques avanzaron por la carretera. - De tanks beweegden zich voort op de snelweg. |
2) acercarse al final un período de tiempo -
voorbijgaan Avanzaba la tarde pero yo no terminaba aún mi trabajo. - De middag ging voorbij maar ik had mijn werk nog steeds niet af. |
3) progresar, mejorar, hacer adelantos -
vooruitgaan Los alumnos han avanzado mucho en su proyecto. - De leerlingen zijn heel hard vooruitgegaan met hun project. |
II avanzar
werkw.
1) mover algo hacia adelante -
vooruit bewegen Cuando se aburrió, avanzó la película para ver el final. - Toen hij het saai begon te vinden, spoelde hij de film vooruit om het einde te zien. |
2) pagar algo antes de lo normal -
vooruitbetalen En diciembre nos avanzan el salario para las compras de Navidad. - In december hebben ze ons het salaris vooruitbetaald voor de kerstinkopen. |
3) contar una novedad o noticia -
een vooruitblik geven El noticiero avanza al comienzo las noticias más importantes. - De verslaggever geeft een vooruitblik van het belangrijkste nieuws. |
4) hacer una advertencia, avisar -
alvast aankondigen Desde ya te avanzo que no me quedaré a la reunión. - Ik kondig je nu alvast aan dat ik niet bij de bijeenkomst zal blijven. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
avanzar (ww.) | verder komen (ww.) ; zich opwerken (ww.) ; vorderen (ww.) ; vooruitkomen (ww.) ; vooruitgaan (ww.) ; vooruitbrengen (ww.) ; voortschrijden (ww.) ; voorbijgaan (ww.) ; vervallen (ww.) ; verstrijken (ww.) ; verlopen (ww.) ; vergaan (ww.) ; oprukken (ww.) ; opmarcheren (ww.) ; jakkeren (ww.) ; hogerop komen (ww.) ; geweld gebruiken (ww.) ; doordrijven (ww.) ; bevorderd worden (ww.) ; aflopen (ww.) ; aanrukken (ww.) |
avanzar | bewegen ; verplaatsen |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `avanzar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acometerES: adelantarES: afanarse trasES: agraviarES: aplazarseES: apresurarES: apresurarseES: arrebatarES: asaltarES: ascender