Vertaal
Naar andere talen: • arrebatar > DEarrebatar > ENarrebatar > FR
Vertalingen arrebatar ES>NL

I arrebatar

werkw.
Uitspraak:  [areβaˈtaɾ]

1) quitar algo con violencia - roven
Le arrebataron la cartera en el metro. - Ze hebben haar tas in de metro geroofd.

2) atraer con fuerza la atención de alguien - in vervoering brengen
Los hijos arrebatan a los padres. - Kinderen brengen hun ouders in vervoering.


II arrebatarse

werkw.
Uitspraak:  [areβaˈtaɾse]

1) conmoverse, sentir algo con pasión - opgewonden raken
Se arrebata cuando lo ve. - Ze raakt opgewonden als ze hem ziet.

2) sentir enojo o furia y perder el control - kwaad worden
Me arrebato con las mentiras. - Ik word kwaad om de leugens.

3) actuar rápido sin reflexionar, precipitarse - zich haasten
Se arrebató y se marchó. - Hij haastte zich en ging ervan door.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
arrebatar (ww.) nadragen (ww.) ; zich door te worstelen bevrijden (ww.) ; wegpikken (ww.) ; wegkapen (ww.) ; voorhouden (ww.) ; voor de voeten gooien (ww.) ; verwijten (ww.) ; vervreemden (ww.) ; verkassen (ww.) ; verhuizen (ww.) ; verdonkeremanen (ww.) ; stelen (ww.) ; pikken (ww.) ; ontwringen (ww.) ; ontworstelen (ww.) ; ontvreemden (ww.) ; aanrekenen (ww.) ; laken (ww.) ; kwalijk nemen (ww.) ; jatten (ww.) ; inpikken (ww.) ; iemand iets verwijten (ww.) ; gispen (ww.) ; geweld gebruiken (ww.) ; gappen (ww.) ; doordrijven (ww.) ; blameren (ww.) ; beschuldigen (ww.) ; beroven (ww.) ; berispen (ww.) ; achteroverdrukken (ww.) ; aanwrijven (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `arrebatar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acometer
ES: agraviar
ES: amanecer
ES: apasionar
ES: arrancar
ES: asaltar
ES: asediar
ES: atacar
ES: atracar
ES: avanzar