Vertaal
Naar andere talen: • sostener > DEsostener > ENsostener > FR
Vertalingen sostener ES>NL

I sostener

werkw.
Uitspraak:  [soste'neɾ]

1) tener una cosa de modo que no se caiga - vasthouden
¿Puedes sostener mi abrigo un instante? - Kun je mijn jas even vasthouden?

2) defender una idea o creencia - verdedigen
Brecht sostenía que el teatro debía abandonar el ilusionismo. - Brecht verdedigde dat het toneel zou moeten afzien van het illusionisme.

3) mantener algo en determinada posición o situación - verdragen
No podía sostener su mirada. - Ik kon zijn blik niet verdragen.

4) realizar durante un período de tiempo determinada acción - houden
Los candidatos sostuvieron un acalorado debate. - De kandidaten hielden een verhit debat.

5) proporcionar los medios necesarios para vivir - onderhouden
Sostenía a su familia mediante dos trabajos. - Hij onderhield zijn gezin met twee banen.


II sostenerse

werkw.
Uitspraak:  [soste'neɾse]

mantenerse en una situación o posición determinada - zich staande houden
Tenía tanto sueño que apenas podía sostenerse en pie. - Hij was zo moe dat hij zich nauwelijks staande kon houden.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
sostener (ww.) in stand houden (ww.) ; weldoen (ww.) ; vasthouden (ww.) ; steunen (ww.) ; seconderen (ww.) ; ruggesteunen (ww.) ; porren (ww.) ; opjutten (ww.) ; ophouden (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; omhooghouden (ww.) ; motiveren (ww.) ; klampen (ww.) ; in de hoogte houden (ww.) ; houden (ww.) ; hooghouden (ww.) ; helpen (ww.) ; bijstaan (ww.) ; bijspringen (ww.) ; assisteren (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanjagen (ww.)
sostener beweren ; verklaren ; bezweren
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `sostener`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acentuar
ES: acrecentar
ES: afilar
ES: afirmar
ES: aguijonear
ES: alentar
ES: alimentar
ES: animar
ES: apoyar
ES: apresurar