Vertalingen sostener ES>NL
I sostener
werkw.
1) tener una cosa de modo que no se caiga -
vasthouden ¿Puedes sostener mi abrigo un instante? - Kun je mijn jas even vasthouden? |
2) defender una idea o creencia -
verdedigen Brecht sostenía que el teatro debía abandonar el ilusionismo. - Brecht verdedigde dat het toneel zou moeten afzien van het illusionisme. |
3) mantener algo en determinada posición o situación -
verdragen No podía sostener su mirada. - Ik kon zijn blik niet verdragen. |
4) realizar durante un período de tiempo determinada acción -
houden Los candidatos sostuvieron un acalorado debate. - De kandidaten hielden een verhit debat. |
5) proporcionar los medios necesarios para vivir -
onderhouden Sostenía a su familia mediante dos trabajos. - Hij onderhield zijn gezin met twee banen. |
II sostenerse
werkw.
mantenerse en una situación o posición determinada -
zich staande houden Tenía tanto sueño que apenas podía sostenerse en pie. - Hij was zo moe dat hij zich nauwelijks staande kon houden. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
sostener (ww.) | in stand houden (ww.) ; weldoen (ww.) ; vasthouden (ww.) ; steunen (ww.) ; seconderen (ww.) ; ruggesteunen (ww.) ; porren (ww.) ; opjutten (ww.) ; ophouden (ww.) ; ondersteunen (ww.) ; omhooghouden (ww.) ; motiveren (ww.) ; klampen (ww.) ; in de hoogte houden (ww.) ; houden (ww.) ; hooghouden (ww.) ; helpen (ww.) ; bijstaan (ww.) ; bijspringen (ww.) ; assisteren (ww.) ; aansporen (ww.) ; aanjagen (ww.) |
sostener | beweren ; verklaren ; bezweren |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Trueterm; Omegawiki.org
Voorbeeldzinnen met `sostener`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: acentuarES: acrecentarES: afilarES: afirmarES: aguijonearES: alentarES: alimentarES: animarES: apoyarES: apresurar