Vertaal
Naar andere talen: • alimentar > DEalimentar > ENalimentar > FR
Vertalingen alimentar ES>NL

I alimentar

werkw.
Uitspraak:  [alimenˈtaɾ]

1) dar comida y bebida - voeden
alimentar a un niño - een kind voeden

2) proveer lo necesario para el funcionamiento de una cosa - leveren
El cable alimenta de energía a la máquina. - De kabel zorgt ervoor dat de machine stroom krijgt.

3) afianzar, favorecer sentimientos - koesteren
alimentar las esperanzas - hoop koesteren


II alimentar

werkw.

ser nutritivo - voedzaam zijn
La sopa no alimenta nada. - De soep is helemaal niet voedzaam.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
alimentar (ww.) borstvoeding geven (ww.) ; de borst geven (ww.) ; spijzen (ww.) ; voeden (ww.) ; voedsel geven (ww.) ; voeren (ww.) ; zogen (ww.)
alimentar toevoer ; voeden
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `alimentar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acrecentar
ES: amamantar
ES: criar
ES: dar comida a
ES: dar de comer
ES: dar de comer a
ES: dar la comida
ES: dar pienso
ES: fortalecer
ES: lactar