Vertaal
Naar andere talen: • Setzen > ENSetzen > ESSetzen > FR
Vertalingen Setzen DE>NL

setzen

werkw.
Uitspraak:  zɛʦən]

1) eine sitzende Stellung einnehmen - zitten
sich aufs Pferd setzen - op het paard gaan zitten
Sie setzte sich zu mir / neben mich. - Zij ging bij mij zitten / naast mij zitten.
Bitte setzen Sie sich doch! - Gaat u toch alstublieft zitten!

2) jemanden irgendwohin bringen, damit er dort sitzt - (in)zetten
das Kind in den Kinderwagen setzen - het kind in de kinderwagen zetten
Die Gastgeberin setzte mich neben ihren Sohn. - De gastvrouw zette mij naast haar zoon.

3) etw. an einen Ort bringen, wo es etw. berührt - zetten
einen Topf auf den Herd setzen - een pan op het fornuis zetten
Sie setzte sich ihre Brille auf die Nase. - Zij zette haar bril op haar neus.

4) schreiben - zetten
seinen Namen unter einen Brief setzen - zijn naam onder de brief zetten
Setzen Sie das bitte auf meine Rechnung. - Zet u dat alstublieft op mijn rekening.

5) einpflanzen - planten
Tulpen ins Beet vor dem Fenster setzen - tulpen planten in het bloembed voor het raam

6) ein Tier irgendwohin bringen, damit es dort bleibt - wegbrengen
Fische in den Teich setzen - vissen in de vijver uitzetten

7) einen Einsatz zahlen - inzetten
200 Euro auf ein Pferd setzen - €200,00 op een paard inzetten
Haben jetzt alle gesetzt? - Heeft iedereen nu ingezet?

8) nach unten sinken - zakt
warten, bis sich der aufgewirbelte Staub wieder setzt - wacht tot het opgewaaide stof weer zakt

9) festlegen - vastleggen
Kindern muss man Grenzen setzen. - kinderen moet men grenzen stellen

10) für den Druck vorbereiten - voorbereiden

11) hochziehen - hijsen

12) anschalten - aanzetten

13) jemanden / etw. in den genannten Zustand bringen - zetten
die Anlage in Betrieb / unter Druck setzen - het systeem in bedrijf nemen / op druk zetten
das Holz in Brand setzen - het hout in brand steken
den Motor in Gang setzen - de motor in de versnelling zetten

14) einen großen Sprung machen - springen
Das Pferd setzte mühelos über das Hindernis. - Het paard sprong moeiteloos over de hindernis.

15) über das Wasser fahren - varen
mit der Fähre über den Fluss / ans andere Ufer setzen - met de pont over de rivier / naar de andere oever varen

16) jemanden / etw. über das Wasser transportieren - overzetten
Der Fährmann setzte uns über den Fluss. - De veerman zette ons over de rivier.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
setzen (ww.) plaatsen (ww.) ; leggen (ww.) ; met aandelen spelen (ww.) ; minder worden (ww.) ; mobiliseren (ww.) ; neerleggen (ww.) ; neerzetten (ww.) ; onderuit halen (ww.) ; opschuiven (ww.) ; plaats maken (ww.) ; kelderen (ww.) ; plaatsnemen (ww.) ; speculeren (ww.) ; stationeren (ww.) ; uitbuiken (ww.) ; uitzakken (ww.) ; verplaatsen (ww.) ; verzetten (ww.) ; zakken (ww.) ; zich neerzetten (ww.) ; gaan zitten (ww.) ; een zet doen (ww.) ; doen (ww.) ; deponeren (ww.) ; declineren (ww.) ; construeren (ww.) ; bouwen (ww.) ; afnemen (ww.) ; achteruitgaan (ww.)
das Setzende zetwerken ; het poneren ; het stellen ; de zetsels ; het zetten ; het zetwerk
Setzen instellen ; zetten ; vulpersen ; uitplanten ; inzetten
Bronnen: interglot; Wikipedia; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Setzen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abbauen
DE: ablegen
DE: abrutschen
DE: abstellen
DE: abstreifen
DE: anbringen
DE: anfangen
DE: annehmen
DE: anpflanzen
DE: aufbauen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: die Fahne setzen NL: de vlag hijsen
DE: große Hoffnungen setzen auf NL: grote verwachtingen koesteren van
DE: aufs falsche Pferd setzen NL: op het verkeerde paard wedden
DE: außer Kraft setzen NL: buiten werking stellen
DE: in Angst setzen NL: angst aanjagen, bang maken
DE: in Erstaunen setzen NL: verbaasd doen staan
DE: in Freiheit setzen NL: in vrijheid stellen
DE: in den Stand setzen NL: in staat stellen
DE: über den Graben setzen NL: over de sloot springen
DE: es setzt Prügel, Schläge NL: er vallen slagen, dat loopt op een pak slaag uit
DE: es setzt Strafe NL: dat loopt op straf (op boete) uit
DE: sich setzen NL: gaan zitten NL: bezinken, helder worden (van vloeistoffen)
DE: er setzte sich auf die linke Fahrbahn NL: hij ging op de linker rijstrook rijden
DE: sich zur Wehr setzen NL: zich te weer stellen
DE: gesetzt den Fall NL: gesteld, aangenomen het geval
DE: gesetzt NL: (ook) bezadigd, bedaard