Vertalingen hantieren DE>NL
hantieren (ww.) | aangrijpen (ww.) ; aanwenden (ww.) ; benutten (ww.) ; bezigen (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; gebruiken (ww.) ; hanteren (ww.) ; mobiliseren (ww.) ; nemen (ww.) ; pakken (ww.) ; toepassen (ww.) |
das Hantieren | de aanwending (v) ; de behandeling (v) ; het gebruik ; de hantering (v) |
hantieren | behandelen |
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `hantieren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
DE: anfangenDE: AnwendungDE: bedienenDE: benutzenDE: BenutzungDE: betätigenDE: bietenDE: einlassenDE: einlegenDE: einsetzen