Vertaal
Naar andere talen: • bieten > ENbieten > ESbieten > FR
Vertalingen bieten DE>NL

bieten

werkw.
Uitspraak:  [ˈbiːtən]

1) bei einer Auktion o. Ä. ein Gebot abgeben - bieden
2000 Euro sind geboten. Wer bietet mehr? - € 2000,00 is geboden, wie biedt er meer?

2) den Betrag nennen, den man zahlen will - bieden
Er hat mir für den Auftrag / das Auto viel Geld geboten. - Hij heeft mij voor deze opdracht / deze auto veel geld geboden.
uitdrukking sich etw. nicht (mehr) bieten lassen

3) jemandem etw. als Chance, Möglichkeit geben - bieden
Das Hotel bietet viel Komfort. - Dat hotel biedt veel comfort.

4) für jemanden vorhanden sein - bieden
Da bot sich mir die Möglichkeit, ein Jahr ins Ausland zu gehen. - Toen kreeg ik de gelegenheid om een jaar naar het buitenland te gaan.

5) etw. zeigen, darbieten - vertonen
Was wird zurzeit im Theater geboten? - Wat wordt momenteel in het theater vertoond?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
bieten (ww.) aanbieden (ww.) ; aanreiken (ww.) ; bieden (ww.) ; geven (ww.) ; mobiliseren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bieten`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anbieten
DE: anfangen
DE: darbieten
DE: ein Angebot machen/unterbreiten
DE: ein Gebot machen/unterbreiten
DE: eine Offerte machen
DE: einlassen
DE: einlegen
DE: einsetzen
DE: feilbieten

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: einem die Spitze, die Stirn bieten NL: iemand het hoofd bieden
DE: man kann sich nicht alles bieten lassen NL: je kunt je niet alles laten welgevallen