Vertaal
Naar andere talen: • engagieren > ENengagieren > ESengagieren > FR
Vertalingen engagieren DE>NL

engagieren

werkw.
Uitspraak:  [ãgaˈʒiːrən]

1) sich für jemanden / etw. einsetzen - engageren , zich binden
Er möchte sich politisch mehr engagieren. - Hij zou zich meer met politiek willen bezighouden.
Sie engagiert sich für vernachlässigte Kinder. - Zij zet zich voor verwaarloosde kinderen.

2) für einen oder mehrere Auftritte unter Vertrag nehmen - engageren , binden
Könnte ich Sie als Nachhilfelehrer für meinen Sohn engagieren? - Zou ik u als privélerares voor mijn zoon kunnen inhuren?

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
engagieren (ww.) aannemen (ww.) ; aantrekken (ww.) ; detacheren (ww.) ; engageren (ww.) ; in dienst nemen (ww.) ; inviteren (ww.) ; partij kiezen (ww.) ; tewerkstellen (ww.) ; uitnodigen (ww.) ; uitzenden (ww.) ; verbintenis aangaan (ww.)
das Engagieren huren van persoon (znw.) ; het inhuren
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `engagieren`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: anheuern
DE: annehmen
DE: Anstellen
DE: anziehen
DE: beschäftigen
DE: einladen
DE: einsetzen
DE: einstellen
DE: ernennen
DE: in Dienst nehmen