1. MWB
  2. Vertalen
  3. Anziehen (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Anziehen > EN • Anziehen > ES • Anziehen > FR
Vertalingen Anziehen DE>NL

anziehen

werkw.
Uitspraak:  [ˈanʦiːən]

1) deel van de uitdrukking:
uitdrukking (jdm / sich) etw. anziehen
uitdrukking jemanden / sich anziehen

2) eine Kraft ausüben, die etw. zu sich ziehen kann - aantrekken
Salz zieht Feuchtigkeit an. - Zout trekt vocht aan.

3) attraktiv auf jemanden wirken, so dass er kommt, Kontakt sucht o. Ä. - aantrekkelijk , aantrekken
Die Messe zog viele Besucher an. - De beurs trok veel bezoekers.
sich von jemandem angezogen fühlen - zich tot iemand aangetrokken voelen

4) an etw. ziehen - aantrekken

5) festziehen - aandraaien

6) in Richtung Körper ziehen - optrekken
Sie zog die Knie an und schlang ihre Arme um die Beine. - Zij trok haar knieën op en sloeg haar armen om de benen.

7) steigen - stijgen
Die Lebensmittelpreise haben stark angezogen. - De prijzen voor levensmiddelen zijn sterk gestegen.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
anziehen (ww.) vastdraaien (ww.) ; aandraaien (ww.) ; aannemen (ww.) ; door draaien vastmaken (ww.) ; in dienst nemen (ww.) ; inhuren (ww.) ; omhoogkomen (ww.) ; omhoogtrekken (ww.) ; opstijgen (ww.) ; opvliegen (ww.)
das Anziehenhet kleden ; het versnellen ; het vastschroeven ; de trek (m) ; straktrekken (znw.) ; de ruk (m) ; het optrekken ; de haal (m) ; het accelereren ; het aantrekken ; het aanschroeven ; het aankleden ; het aandoen
anziehen aandraaien ; vastschroeven ; trekken ; stijgen ; opkomen ; koppelen ; bevriezen ; aantrekken ; aanhalen ; aandrogen
Bronnen: Wikipedia; interglot; Download IATE, European Union, 2017.; Omegawiki.org


Voorbeeldzinnen met `Anziehen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abheben
DE: andrehen
DE: angehen
DE: anheuern
DE: ankleiden
DE: anlaufen
DE: anlegen
DE: anschrauben
DE: anspannen
DE: ansteigen

Uitdrukkingen en gezegdes
DE: angezogen kommen NL: komen aanzetten