Vertaal
Naar andere talen: • auffliegen > ENauffliegen > ESauffliegen > FR
Vertalingen auffliegen DE>NL
auffliegen (ww.) afgaan (ww.) ; falen (ww.) ; floppen (ww.) ; in de puree lopen (ww.) ; misgaan (ww.) ; mislopen (ww.) ; mislukken (ww.) ; openvliegen (ww.) ; opvliegen (ww.) ; opwaarts vliegen (ww.) ; stranden (ww.) ; verkeerd lopen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `auffliegen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgehen
DE: aufgehen
DE: aufspringen
DE: danebengehen
DE: fehlschlagen
DE: hinauffliegen
DE: irren
DE: Scheitern
DE: schiefgehen
DE: sich öffnen