Vertaal
Naar andere talen: • fehlschlagen > ENfehlschlagen > ESfehlschlagen > FR
Vertalingen fehlschlagen DE>NL

I fehlschlagen

werkw.
Uitspraak:  [ˈfeːlʃlaːgən]

nicht gelingen, nicht funktionieren - mislukken
Ihr Versuch, ihn zu überzeugen, schlug fehl. - Haar poging hem te overtuigen mislukte.


II der Fehlschlag

zelfst.naamw.
Uitspraak:  [ˈfeːlʃlaːk]
Verbuigingen:  Fehlschlag(e)s , Fehlschläge

deel van de uitdrukking: mislukking
Die ganze Aktion war ein Fehlschlag. - De gehele actie was een mislukking.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
fehlschlagen (ww.) afgaan (ww.) ; falen (ww.) ; floppen (ww.) ; in de puree lopen (ww.) ; ketsen (ww.) ; misgaan (ww.) ; mislopen (ww.) ; mislukken (ww.) ; stranden (ww.) ; verkeerd lopen (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `fehlschlagen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgehen
DE: auffliegen
DE: danebengehen
DE: in die Brüche gehen
DE: in die Hose gehen
DE: irren
DE: mißglücken
DE: Scheitern
DE: schiefgehen
DE: sich zerschlagen