1. MWB
  2. Vertalen
  3. Scheitern (DE>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • Scheitern > EN • Scheitern > ES • Scheitern > FR
Vertalingen Scheitern DE>NL

scheitern

werkw.
Uitspraak:  [ˈʃaitɐn]

keinen Erfolg haben - mislukken
bereits zwei gescheiterte Versuche hinter sich haben - al twee mislukte pogingen achter de rug hebben
Die Verhandlungen drohen zu scheitern. - De onderhandeling dreigen te mislukken.
Der Plan ist bereits zum Scheitern verurteilt. - Het plan is al gedoemd te mislukken.
uitdrukking an jemandem / etw. scheitern

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
scheitern (ww.) falen (ww.) ; verkeerd lopen (ww.) ; vergaan (ww.) ; ten onder gaan (ww.) ; stranden (ww.) ; mislukken (ww.) ; mislopen (ww.) ; misgaan (ww.) ; in de puree lopen (ww.) ; floppen (ww.) ; averij oplopen (ww.) ; afgaan (ww.)
das Scheiternde misser (m) ; de mislukking (v) ; de flop (m) ; het fiasco ; het echec ; de afgang (m)
scheitern afbreken ; verkruimelen
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `Scheitern`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
DE: abgehen
DE: auffliegen
DE: danebengehen
DE: Fehler
DE: Fehlgriff
DE: Fehlschlag
DE: fehlschlagen
DE: in die Brüche gehen
DE: in die Hose gehen
DE: irren