25 vertalingen voor het Nederlandse woord `zeikerd`

1. zeikerd = zjieker (Hams)
2. zeikerd = drietebuul (Achterhoeks)
3. zeikerd = zeekbats (Bilzers)
4. zeikerd = zeiksnoah (Haags)
5. zeikerd = zieker (m), ziekerigge (v) (Gents)
6. zeikerd = ziekere (Zottegems)
7. zeikerd = zjieker (Aalsters)
8. zeikerd = zaaikerd (Zunderts)
9. zeikerd = zjikzak (roeselaars)
10. zeikerd = zjiëkmuil (Hams)
11. zeikerd = zaaiker, zaaikert (Turnhouts)
12. zeikerd = zeekbats (Munsterbilzen - Minsters)
13. zeikerd = zeekmet (Munsterbilzen - Minsters)
14. Zeikerd = Ziekere (Zelzaats)
15. zeikerd = zeekdaus (Munsterbilzen - Minsters)
16. zeikerd = zeikdieëm (Venloos)
17. Zeikerd = Zeikwammes (Amsterdams)
18. zeikerd = zeekzekske (Munsterbilzen - Minsters)
19. zeikerd = ne zjeeker (Aspers)
20. Zeikerd = Mieger (Snekers)
21. zeikerd = zeeknol (Munsterbilzen - Minsters)
22. zeikerd = aa zeekbats (Munsterbilzen - Minsters)
23. Zeikerd = zeikstreen (Roggels)
24. zeikerd = zeiksjtreen (Nunûms)
25. zeikerd = zjieëker (Wichels)

8 vertalingen voor het dialectwoord `zeikerd`

1. Zeikerd = Flauwerik, zanikert (Gelaens (Geleens))
2. zeikerd = zeurkous (Mestreechs)
3. Zeikerd = Zanikerd, flauwerik (Gelaens (Geleens))
4. zeikerd = flauwerik (Boekels)
5. zeikerd = íemand die overal kommentaar op heeft (Oudenbosch)
6. zeikerd = zuinige mens (Riekevorts)
7. zeikerd = zeur (Axels)
8. Zeikerd = Iemand die zeurt (Dordts)