24 vertalingen voor het Nederlandse woord `bronstig`

1. bronstig = rits (Genneps)
2. bronstig = bierig (Simpelveld)
3. bronstig = schpie'elig (mie'estal v.t. bie kuj) (Nuths)
4. bronstig = luûpïg (Walshoutems)
5. bronstig = breustëg (Hoeselts)
6. bronstig = breustig (Kinroois)
7. bronstig = brimstig, tuchtig (Veurns)
8. bronstig = breùsteg (Zichers)
9. bronstig = leepeteg (Bilzers)
10. bronstig = breesteg (Bilzers)
11. bronstig = willeg (Bilzers)
12. bronstig = pèèrdig, tuchtig, brunstig, luûps, krols, keninig (Waregems)
13. bronstig = leepetig (Munsterbilzen - Minsters)
14. Bronstig = Hitsig (Zelzaats)
15. bronstig = bierig (Bocholtz)
16. bronstig = brésteg (Lebbeeks)
17. Bronstig = Bruisteg (Kotnakes)
18. bronstig = brimstig (kortemarks)
19. bronstig = luüpeg (Waanroods)
20. bronstig = lepëtëg (Munsterbilzen - Minsters)
21. bronstig = bruijstech (Borgloons)
22. bronstig = brètsig (Munsterbilzen - Minsters)
23. bronstig = ritsëtig (Munsterbilzen - Minsters)
24. bronstig = willig (van koe) (Genker)