moeten

Naar andere talen: • moeten > DE • moeten > EN • moeten > FR

Vertalingen moeten NL>ES

werkw.

Uitspraak:	[ˈmutə(n)]
Verbuigingen:	moest (verl.tijd ) heeft gemoeten (volt.deelw.)

nodig zijn - deber , tener que

Ik heb geen zin, maar het moet. - No tengo ganas, pero hay que hacerlo. naar Den Haag moeten voor een vergadering - tener que ir a La Haya para una reunión
nodig moeten (=aandrang voelen tot plassen of poepen) - tener que ir al baño urgentemente
Waar moet het heen met...? (=<dit zeg je als je denkt dat het fout gaat met...>) - ¿Cómo va a terminar con...?

Overige bronnen

moeten (ww.)	haber de (ww.) ; querer (ww.) ; tener que (ww.)
het moeten	el deber (m)

Bron: interglot

Voorbeeldzinnen met `moeten`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

NL: behoren
NL: believen
NL: dienen
NL: hoeven
NL: horen
NL: lusten
NL: moet
NL: verplicht zijn
NL: willen
NL: zullen

Zojuist vertaald