Vertalingen zullen NL>ES
zullen
werkw.
Uitspraak: | [ˈzʏlə(n)] |
Verbuigingen: | zou (verl.tijd ) |
1) <met dit woord geef je aan dat iets in de toekomst gebeurt>
-
CONTEXT Er zullen meer mensen komen dan vorig jaar. - Vendrá más gente que el año pasado. |
Er moet en zal ... (=<hiermee geef je aan dat iets niet te vermijden was>) - Quiera o no...
We moesten en zouden hun vakantievideo bekijken. - Quiera o no, tuvimos que ver su vídeo de las vacaciones.
|
2) <met dit woord beschrijf je een (gewenste) mogelijkheid>
-
CONTEXT Ik zou wel eens willen waterskiën. - Algún día mí me gustaría practicar el esquí acuático. Zou het zijn dochter zijn? - ¿Seriá su hija? Het zal toch niet waar zijn! - ¡No puede ser la verdad! |
3) <met dit woord formuleer je een beleefde vraag>
-
CONTEXT Zou u het raam dicht willen doen? - ¿Puede cerrar la ventana, por favor? Zullen jullie niet te veel drinken? - ¿No es que estéis bebiendo demasiado? |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
zullen (ww.) | haber de (ww.) ; ir a (ww.) ; tener que (ww.) |
het zullen | el deber (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `zullen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: behorenNL: dienenNL: horenNL: moetenNL: zalNL: zouNL: zouden