Vertalingen dienen NL>ES
dienen
werkw.
Uitspraak: | [ˈdinə(n)] |
Verbuigingen: | diende (verl.tijd ) heeft gediend (volt.deelw.) |
1) bedoeld zijn (voor) -
servir Ramen dienen om lucht en licht binnen te laten. - Las ventanas sirven para hacer entrar aire y luz. |
2) soldaat zijn defensie -
servir Hij heeft twee jaar in het leger gediend. - Durante dos años ha servido en el ejército. De militairen moet langer dienen dan verwacht. - Los militares deben servir más tiempo que lo esperado. |
3) moeten, behoren -
deber , haber que Men dient zich te houden aan de regels. - Hay que cumplir las reglas. |
4) deel van de uitdrukking: -
iemand van advies dienen over (=iemand advies geven over) - asesorar a alguien
De dokter kan je van advies dienen over een gezonde manier van leven. - El médico te puede asesorar sobre una manera de vida sana.
|
5) deel van de uitdrukking: -
van iets niet gediend zijn (=iets niet willen) - no gustarse algo
Ik ben niet gediend van je vleiende houding. - No me gusta tu actitud halagadora.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
dienen (ww.) | haber de (ww.) ; ser útil (ww.) ; servir (ww.) ; tener que (ww.) ; valer (ww.) |
het dienen | el deber (m) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `dienen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: batenNL: bedienenNL: behorenNL: bijdragenNL: helpenNL: horenNL: moetenNL: opdienenNL: verplicht zijnNL: voorkomen