Vertalingen kapen NL>DE
kapen
werkw.
Uitspraak: | [ˈkapə(n)] |
Verbuigingen: | kaapte (verl.tijd ) heeft gekaapt (volt.deelw.) |
(een voertuig) met geweld in je macht nemen en de inzittenden gijzelen, om je doel te bereiken -
entführen , kapern Er is een vliegtuig met 200 passagiers gekaapt. De kapers eisen vrijlating van hun gevangen medestanders. - Ein Flugzeug mit 200 Passagieren wurde gekapert. Die Entführer fordern die Freilassung ihrer gefangenen Mitstreiter. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
kapen (ww.) | abhandenmachen (ww.) ; entführen (ww.) ; entwenden (ww.) ; hijacken (ww.) ; hinterziehen (ww.) ; klauen (ww.) ; rauben (ww.) ; stehlen (ww.) ; veruntreuen (ww.) ; wegnehmen (ww.) ; wegschnappen (ww.) ; überfallen (ww.) |
kapen (werkw.) | kapern |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `kapen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: afnemenNL: gappenNL: inpikkenNL: leegstelenNL: ontfutselenNL: ontnemenNL: pikkenNL: plunderenNL: rovenNL: snaaien