Vertaal
Naar andere talen: • ontfutselen > ENontfutselen > ESontfutselen > FR
Vertalingen ontfutselen NL>DE

ontfutselen

werkw.
Uitspraak:  [ɔntˈfʏtsələ(n)]
Verbuigingen:  ontfutselde (verl.tijd ) heeft ontfutseld (volt.deelw.)

(iets) op een slimme manier van iemand krijgen dat hij of zij eigenlijk niet wil geven - entlocken
iemand zijn inlogcode ontfutselen door in een mailtje net te doen alsof je de systeembeheerder bent. - jemandem seinen Passwort entlocken, indem man sich in einer E-Mail als Systemadministrator ausgibt

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ontfutselen (ww.) einstecken (ww.) ; hinterziehen (ww.) ; klauen (ww.) ; wegnehmen (ww.) ; wegschnappen (ww.)
ontfutselen (werkw.) abluchsen
Bronnen: interglot; Wiktionary


Voorbeeldzinnen met `ontfutselen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: afnemen
NL: afpakken
NL: aftroggelen
NL: bemachtigen
NL: benemen
NL: bietsen
NL: gappen
NL: grissen
NL: inpikken
NL: leegstelen