Vertaal
Naar andere talen: • ijlen > ENijlen > ESijlen > FR
Vertalingen ijlen NL>DE

ijlen

werkw.
Uitspraak:  ɛilə(n)]
Verbuigingen:  ijlde (verl.tijd )

1) door hoge koorts wartaal praten - fantasieren
Verbuigingen:  heeft geijld (volt.deelw.)
Hij heeft de hele nacht liggen ijlen.

2) heel snel gaan (naar) - eilen
Verbuigingen:  is geijld (volt.deelw.)
naar de dokter ijlen - zum Arzt eilen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
ijlen (ww.) beeilen (ww.) ; eilen (ww.) ; faseln (ww.) ; hasten (ww.) ; hetzen (ww.) ; irre reden (ww.) ; jagen (ww.) ; phantasieren (ww.) ; quatschen (ww.) ; schwätzen (ww.) ; sich beeilen (ww.) ; sputen (ww.) ; Unsinn reden (ww.) ; wetzen (ww.)
ijlen rasen
Bronnen: interglot; Trueterm


Voorbeeldzinnen met `ijlen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanpoten
NL: bazelen
NL: dazen
NL: fantaseren
NL: haasten
NL: hollen
NL: jachten
NL: jagen
NL: jakkeren
NL: kletsen