Vertaal
Naar andere talen: • bazelen > ENbazelen > ESbazelen > FR
Vertalingen bazelen NL>DE
bazelen (ww.) brabbeln (ww.) ; faseln (ww.) ; glucksen (ww.) ; heraussprudeln (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `bazelen`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: beuzelen
NL: lallen
NL: wauwelen