Vertalingen hollen NL>DE
hollen
werkw.
Uitspraak: | [ˈhɔlə(n)] |
Verbuigingen: | holde (verl.tijd ) heeft gehold (volt.deelw.) |
rennen -
rennen hard hollen om de bus te halen - schnell rennen, um den Bus noch zu erreichen |
hollend achteruitgaan (=zeer snel achteruitgaan) - rapide zurückgehen
De kwaliteit van dat automerk gaat hollend achteruit. - Die Qualität der Automarke ging rapide zurück.
|
het is hollen of stilstaan (=het is heel wisselvallig) - entweder kommt alles auf einmal oder gar nichts
Het is op mijn werk hollen of stilstaan. - Auf der Arbeit kommt entweder alles auf einmal oder gar nichts.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
hollen (ww.) | hasten (ww.) ; huschen (ww.) ; rennen (ww.) ; schnell laufen (ww.) ; vorbeihuschen (ww.) |
hollen (werkw.) | laufen ; rennen |
het hollen | das Laufen |
hollen | aushöhlen ; herumrennen ; umherrennen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `hollen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: dravenNL: hard rennenNL: hardlopenNL: op hol slaanNL: pezenNL: racenNL: rennenNL: snellenNL: sprintenNL: zich snel voortbewegenUitdrukkingen en gezegdes
NL: het is met hem
hollen of stilstaan
DE: er fällt von einem Extrem ins andre