Vertalingen fantaseren NL>DE
fantaseren
werkw.
| Uitspraak: | [fɑntaˈzerə(n)] |
| Verbuigingen: | fantaseerde (verl.tijd ) heeft gefantaseerd (volt.deelw.) |
verzinnen -
sich ausdenken , sich ausmalen Hij verzint de gekste dingen. - Er denkt sich die tollsten Dinge aus. fantaseren over de toekomst - sich die Zukunft ausmalen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| fantaseren (ww.) | erdichten (ww.) ; erfinden (ww.) ; ersinnen (ww.) ; planen (ww.) ; sich ausdenken (ww.) |
| het fantaseren | das Phantasieren ; das Servieren |
| fantaseren | fantasieren |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `fantaseren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bazelenNL: bedenkenNL: opdissenNL: raaskallenNL: uitdenkenNL: verdichtenNL: verzinnenNL: voorwenden