Vertalingen vreten NL>DE
vreten
werkw.
Uitspraak: | ['vretə(n)] |
Verbuigingen: | vrat (verl.tijd ) heeft gevreten (volt.deelw.) |
1) eten -
fressen In de natuur is het vreten of gevreten worden. - In der Natur heißt es fressen oder gefressen werden. Die pizza is niet te vreten! - Die Pizza ist ungenießbar! opvreten - auffressen |
2) in grote hoeveelheden gebruiken -
fressen Mijn koelkast vreet energie. - Mein Kühlschrank frisst Strom. |
3) deel van de uitdrukking: -
iets vreet aan je (=iets kost je veel energie, maakt je moe) - etwas nagt an einem
Die onzekerheid vreet aan me. - Die Unsicherheit nagt an mir.
|
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
vreten (ww.) | hineinstopfen (ww.) ; vollstopfen (ww.) ; verzehren (ww.) ; verwerten (ww.) ; verschlingen (ww.) ; stopfen (ww.) ; speisen (ww.) ; schlemmen (ww.) ; prassen (ww.) ; pfropfen (ww.) ; essen (ww.) ; aufessen (ww.) ; aufbrauchen (ww.) |
het vreten | das fressen ; fressen ; das Auffressen |
vreten | Festfressen ; fressender Verschleiβ ; Fressen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `vreten`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bikkenNL: brassenNL: bunkerenNL: consumerenNL: dwarszittenNL: etenNL: naar binnen werkenNL: nuttigenNL: onbeschoft etenNL: onfatsoenlijk eten