Vertalingen consumeren NL>DE
consumeren
werkw.
Uitspraak: | [kɔnzyˈmerə(n)] |
Verbuigingen: | consumeerde (verl.tijd ) heeft geconsumeerd (volt.deelw.) |
(voedsel of drank) gebruiken -
konsumieren grote hoeveelheden bier consumeren - eine große Menge Bier konsumieren |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
consumeren (ww.) | ausbeuten (ww.) ; verzehren (ww.) ; verwerten (ww.) ; verbrauchen (ww.) ; stopfen (ww.) ; speisen (ww.) ; hineinstopfen (ww.) ; fressen (ww.) ; essen (ww.) ; ausfertigen (ww.) ; aufarbeiten (ww.) ; aufwenden (ww.) ; aufstellen (ww.) ; aufsetzen (ww.) ; aufnehmen (ww.) ; aufmachen (ww.) ; aufknabbern (ww.) ; auffressen (ww.) ; aufessen (ww.) ; aufbrauchen (ww.) |
Bronnen: interglot; Wikipedia
Voorbeeldzinnen met `consumeren`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bikkenNL: bunkerenNL: etenNL: gebruikenNL: naar binnen werkenNL: nuttigenNL: opetenNL: oppeuzelenNL: schransenNL: schrokken