Vertalingen nuttigen NL>DE
nuttigen
werkw.
| Uitspraak: | [ˈnʏtəxə(n)] |
| Verbuigingen: | nuttigde (verl.tijd ) heeft genuttigd (volt.deelw.) |
eten of drinken -
zu sich nehmen | op het terras een kopje soep nuttigen - im Straßencafé eine Suppe essen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| nuttigen (ww.) | fassen (ww.) ; zu sich nehmen (ww.) ; zu Abend essen (ww.) ; verzehren (ww.) ; verwerten (ww.) ; verspeisen (ww.) ; stopfen (ww.) ; speisen (ww.) ; schlucken (ww.) ; laben (ww.) ; konsumieren (ww.) ; hinunterschlucken (ww.) ; hinunterschlingen (ww.) ; hineinstopfen (ww.) ; gebrauchen (ww.) ; füttern (ww.) ; fangen (ww.) ; essen (ww.) ; erwischen (ww.) ; erhaschen (ww.) ; ergreifen (ww.) ; erfassen (ww.) ; bunkeren (ww.) ; aufzehren (ww.) ; aufknabbern (ww.) ; auffressen (ww.) ; aufessen (ww.) ; aufbrauchen (ww.) |
| nuttigen (werkw.) | verzehren ; konsumieren |
| nuttigen | einnehmen |
Bronnen: interglot; Wiktionary
Voorbeeldzinnen met `nuttigen`
Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bikkenNL: bunkerenNL: consumerenNL: etenNL: gebruikNL: gebruikenNL: naar binnen werkenNL: opetenNL: oppeuzelenNL: schransen
