Vertalingen dwarszitten NL>DE
dwarszitten
werkw.
| Uitspraak: | [ˈdwɑrsɪtə(n)] |
| Verbuigingen: | zat dwars (verl.tijd ) heeft dwarsgezeten (volt.deelw.) |
1) lastig zijn of ergernis geven -
nerven | Het zit me dwars dat je nog steeds niet hebt teruggeschreven. - Es nervt mich, dass du noch immer nicht zurückgeschrieben hast. |
2) tegenwerken -
nerven | iemand dwarszitten - jemanden nerven |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
| dwarszitten (ww.) | etwas auf dem Herzen haben (ww.) ; etwas im Magen liegen (ww.) |
Bron: interglotVoorbeeldzinnen met `dwarszitten`
Voorbeeldzinnen laden....
