Vertaal
Naar andere talen: • opwinden > ENopwinden > ESopwinden > FR
Vertalingen opwinden NL>DE

I opwinden

werkw.
Uitspraak:  ɔpwɪndə(n)]
Verbuigingen:  wond op (verl.tijd ) heeft opgewonden (volt.deelw.)

1) zorgen dat het gewicht of de veer een uurwerk blijft aandrijven - aufziehen
de antieke klok opwinden voordat je naar bed gaat - die antike Uhr aufziehen, bevor man zu Bett geht

2) (draad of touw) tot een kluwen maken - aufwickeln

3) (iemand) seksueel prikkelen - erregen
Dit soort plaatjes winden mij helemaal niet op. - Solche Bilder erregen mich überhaupt nicht.


II zich opwinden

reflexief werkw.
Uitspraak:  ɔpwɪndə(n)]
Verbuigingen:  wond zich op (verl.tijd ) heeft zich opgewonden (volt.deelw.)

van ergernis zichtbaar boos worden - aufregen
Wind je toch niet zo op over die hondenpoep op straat! - Reg dich doch nicht so über die Hundehaufen auf der Straße auf.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
opwinden (ww.) begeistern (ww.) ; stimulieren (ww.) ; schmeicheln (ww.) ; reizen (ww.) ; prickeln (ww.) ; kosen (ww.) ; knuddeln (ww.) ; kitzeln (ww.) ; erregen (ww.) ; erhitzen (ww.) ; aufwinden (ww.) ; aufwickeln (ww.) ; aufreizen (ww.) ; anspornen (ww.) ; anreizen (ww.) ; anregen (ww.)
opwinden (werkw.) aufziehen ; aufwickeln
opwinden Aufspulen ; Spulerei
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `opwinden`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: aanmaken
NL: aanwakkeren
NL: afwikkelen
NL: agiteren
NL: baken
NL: bereiden
NL: enthousiasmeren
NL: haspelen
NL: inbakeren
NL: inzwachtelen

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: (iemand, z.) opwinden DE: aufregen, (z., ook) sich ereifern