Vertalingen losmaken NL>DE
losmaken
werkw.
Uitspraak: | [ˈlɔsmakə(n)] |
Verbuigingen: | maakte los (verl.tijd ) heeft losgemaakt (volt.deelw.) |
1) zorgen dat (iets) niet langer vastzit -
lösen , aufmachen je schoenveters losmaken - die Schnürsenkel lösen je spieren losmaken - die Muskeln lösen |
2) emoties oproepen -
auslösen , lostreten Elke nieuwe speelfilm over de Tweede Wereldoorlog maakt een hoop los. - Jeder neue Spielfilm über den zweiten Weltkrieg löst sehr viel aus. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
losmaken (ww.) | lockern (ww.) ; entfesseln (ww.) ; entknoten (ww.) ; entkoppeln (ww.) ; entlassen (ww.) ; enträtseln (ww.) ; entspannen (ww.) ; entwirren (ww.) ; erlösen (ww.) ; freigeben (ww.) ; freilassen (ww.) ; freimachen (ww.) ; herbeiführen (ww.) ; locker machen (ww.) ; befreien (ww.) ; losbekommen (ww.) ; losbinden (ww.) ; loshaken (ww.) ; loskoppeln (ww.) ; loskriegen (ww.) ; loslösen (ww.) ; losmachen (ww.) ; losziehen (ww.) ; lösen (ww.) ; treiben (ww.) ; trennen (ww.) ; unterbrechen (ww.) ; verursachen (ww.) ; ausmisten (ww.) ; abhängen (ww.) ; abkoppeln (ww.) ; abtrennen (ww.) ; andrehen (ww.) ; aufbinden (ww.) ; aufhaken (ww.) ; aufknoten (ww.) ; aufknüpfen (ww.) ; auflösen (ww.) ; aufmachen (ww.) ; auftrennen (ww.) ; ausfädeln (ww.) ; aushecken (ww.) ; ausholen (ww.) ; aufknöpfen (ww.) |
losmaken (werkw.) | losmachen ; auflösen ; lösen |
losmaken | auflockern ; lösen ; Losstoβen ; losmachen ; loslassen ; lockern ; Bodenabloesung ; auslösen |
Bronnen: interglot; Wikipedia; Trueterm; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `losmaken`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: bevrijdenNL: detacherenNL: gedetacheerdNL: in vrijheid stellenNL: los gravenNL: loskrijgenNL: loslatenNL: lostornenNL: loswerkenNL: oproepenUitdrukkingen en gezegdes
NL: (een kapitaal, gelden)
losmaken
DE: flüssig machenNL: (de wijn zal de tongen)
losmaken
DE: lösenNL: (z. van de vijand)
losmaken
DE: sich lösen