1. MWB
  2. Vertalen
  3. loswerken (NL>DE)
Vertaal
Naar andere talen: • loswerken > EN • loswerken > ES • loswerken > FR
Vertalingen loswerken NL>DE
loswerken (ww.) entkoppeln (ww.) ; unterbrechen (ww.) ; trennen (ww.) ; lösen (ww.) ; losmachen (ww.) ; loslösen (ww.) ; loskriegen (ww.) ; losbekommen (ww.) ; lockern (ww.) ; locker machen (ww.) ; entwirren (ww.) ; enträtseln (ww.) ; entknoten (ww.) ; entfesseln (ww.) ; aufmachen (ww.) ; auflösen (ww.) ; aufknöpfen (ww.) ; aufknüpfen (ww.) ; aufknoten (ww.) ; aufhaken (ww.) ; aufbinden (ww.) ; abkoppeln (ww.)
loswerken auflockern ; lockern
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `loswerken`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
NL: detacheren
NL: loskrijgen
NL: losmaken
NL: scheiden

Uitdrukkingen en gezegdes
NL: z. loswerken DE: sich lockern