Vertalingen oproepen NL>DE
oproepen
werkw.
Uitspraak: | [ˈɔprupə(n)] |
Verbuigingen: | riep op (verl.tijd ) heeft opgeroepen (volt.deelw.) |
1) (mensen) dringend vragen ergens te komen of iets te doen -
aufrufen , auffordern , einberufen , einziehen , vorladen opgeroepen worden voor het schriftelijk examen - zu einer schriftlich Prüfung aufgerufen werden oproepen tot een boycot - zu einem Boykott aufrufen |
2) (gevoelens) veroorzaken -
aufkommen , hervorrufen , wachrufen De film speelde in Indonesië en dat riep bij hem herinneringen op aan zijn jeugd in Nederlands-Indië. - Der Film spielte in Indonesien und das rief bei ihm Erinnerungen an seine Jugend in Niederländisch-Indien wach. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
oproepen (ww.) | eruieren (ww.) ; zu sich rufen (ww.) ; vorladen (ww.) ; vor Gericht laden (ww.) ; tagen (ww.) ; rufen (ww.) ; mahnen (ww.) ; locken (ww.) ; laden (ww.) ; kommen lassen (ww.) ; hervorrufen (ww.) ; hervorlocken (ww.) ; herbeirufen (ww.) ; herauslocken (ww.) ; herausfordern (ww.) ; fordern (ww.) ; erinnern (ww.) ; entlocken (ww.) ; elizitieren (ww.) ; einberufen (ww.) ; dämmern (ww.) ; auslösen (ww.) ; aufrufen (ww.) ; auffordern (ww.) ; aufbieten (ww.) |
oproepen (werkw.) | hervorrufen ; aufrufen |
oproepen | (vor)laden ; vorladen ; Rufen ; Ruf |
Bronnen: Wikipedia; interglot; Wiktionary; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `oproepen`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
NL: aanmanenNL: laten komenNL: ontbiedenNL: opwekkenNL: sommerenNL: tevoorschijn roepen