Vertaal
Naar andere talen: • precipitar > DEprecipitar > ENprecipitar > FR
Vertalingen precipitar ES>NL

I precipitar

werkw.
Uitspraak:  [pɾeɑuipi'taɾ]

1) arrojar desde un lugar alto - doen neerstorten
Golpeó con el codo una maceta y la precipitó desde el balcón. - Hij stootte met zijn elleboog tegen een bloempot die van het balkon naar beneden stortte.

2) acelerar un proceso - verhaasten
Precipitamos el negocio y lo echamos a perder. - We verhaasten de zaak en hebben die verloren laten gaan.


II precipitarse

werkw.
Uitspraak:  [pɾeɑuipi'taɾse]

1) hablar o actuar con prisas y sin reflexión - zich overhaasten
Se precipitó en sacar conclusiones. - Hij overhaastte zich met het trekken van conclusies.

2) lanzarse hacia un lugar de manera brusca - afstormen
La gente se precipitaba a las tiendas para aprovechar las ofertas. - De mensen stormden op de winkels af om van de aanbiedingen te profiteren.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
precipitar (ww.) afsmijten (ww.) ; afwerpen (ww.) ; neerploffen (ww.) ; ploffen (ww.)
precipitar neerslaan ; precipiteren
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `precipitar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: acelerar
ES: apremiar
ES: apresurar
ES: arrojar
ES: chapotear
ES: dejarse caer
ES: derrocar
ES: derrumbarse
ES: estallar
ES: incitar