Vertalingen avalar ES>NL
avalar (ww.) | attesteren (ww.) ; borg zijn (ww.) ; garanderen (ww.) ; garant staan (ww.) ; instaan voor (ww.) ; vast beloven (ww.) ; verzekeren (ww.) ; waarborgen (ww.) |
avalar | zich borgstellen |
Bronnen: Wikipedia; interglot; cibg.be
Voorbeeldzinnen met `avalar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: fiarES: garantizar