Vertaal
Naar andere talen: • preceder > DEpreceder > ENpreceder > FR
Vertalingen preceder ES>NL

preceder

werkw.
Uitspraak:  [pɾeɑue'ðeɾ]

1) ir adelante en el tiempo o el espacio de algo tomado como referencia - voorafgaan aan
Mi cumpleaños precede al tuyo. - Mijn verjaardag gaat vooraf aan de jouwe.

2) tener más importancia una cosa que otra - voorrang hebben
La ética debe preceder a toda actividad. - De ethiek dient voorrang te hebben op welke activiteit dan ook.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
preceder (ww.) aanvoeren (ww.) ; bevel voeren over (ww.) ; commanderen (ww.) ; een voorsprong hebben (ww.) ; iemand voorgaan (ww.) ; laten voorbijgaan (ww.) ; leiden (ww.) ; leidinggeven (ww.) ; passen (ww.) ; vooraf gaan (ww.) ; voorliggen (ww.) ; vooruitgaan (ww.)
Bronnen: interglot; Wikipedia


Voorbeeldzinnen met `preceder`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: adelantar
ES: avanzar
ES: conducir
ES: decretar
ES: dirigir
ES: encabezar
ES: guiar
ES: ir delande
ES: liderar
ES: llevar