Vertaal
Naar andere talen: • apostar > DEapostar > ENapostar > FR
Vertalingen apostar ES>NL

I apostar

werkw.
Uitspraak:  [aposˈtaɾ]

1) arriesgar dinero en un juego para multiplicarlo games - gokken
Apostó mucho dinero en el casino. - Hij gokte veel geld in het casino.

2) acordar una recompensa para quien tenga razón - wedden
Aposté un helado en la oficina a que hoy llueve. - Ik heb op kantoor om een ijsje gewed dat het vandaag gaat regenen.


II apostar

werkw.

depositar confianza en algo riesgoso - zich inzetten
La compañía apuesta por los jóvenes empresarios. - Het bedrijf zet zich in voor de ondernemende jongeren.


III apostar

werkw.
Uitspraak:  [aposˈtaɾ]

colocar a alguien en un lugar para que vigile o actúe - inzetten
Apostaron a los soldados en la frontera. - Ze zetten de soldaten in bij de grens.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
apostar (ww.) in zingen uitbarsten (ww.) ; verwedden (ww.) ; toevoegen (ww.) ; toepassen (ww.) ; speelgeld inzetten (ww.) ; muziek componeren (ww.) ; met geld spelen (ww.) ; lied inzetten (ww.) ; lied aanheffen (ww.) ; inzetten (ww.) ; gebruiken (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; erbij doen (ww.) ; een gok wagen (ww.) ; benutten (ww.) ; aanwenden (ww.) ; aangrijpen (ww.)
apostar (ww) gokken (ww) ; wedden (ww)
Bronnen: interglot; www.voetbalgokken.nl/; www.weddenopsport.nl/


Voorbeeldzinnen met `apostar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: administrar
ES: aplicar
ES: apostarse
ES: aprovechar
ES: apuesta
ES: armar
ES: comenzar
ES: comerse
ES: compilar
ES: componer