Vertalingen apostar ES>NL
I apostar
werkw.
1) arriesgar dinero en un juego para multiplicarlo games -
gokken Apostó mucho dinero en el casino. - Hij gokte veel geld in het casino. |
2) acordar una recompensa para quien tenga razón -
wedden Aposté un helado en la oficina a que hoy llueve. - Ik heb op kantoor om een ijsje gewed dat het vandaag gaat regenen. |
II apostar
werkw.
depositar confianza en algo riesgoso -
zich inzetten La compañía apuesta por los jóvenes empresarios. - Het bedrijf zet zich in voor de ondernemende jongeren. |
III apostar
werkw.
colocar a alguien en un lugar para que vigile o actúe -
inzetten Apostaron a los soldados en la frontera. - Ze zetten de soldaten in bij de grens. |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
apostar (ww.) | in zingen uitbarsten (ww.) ; verwedden (ww.) ; toevoegen (ww.) ; toepassen (ww.) ; speelgeld inzetten (ww.) ; muziek componeren (ww.) ; met geld spelen (ww.) ; lied inzetten (ww.) ; lied aanheffen (ww.) ; inzetten (ww.) ; gebruiken (ww.) ; gebruik maken van (ww.) ; erbij doen (ww.) ; een gok wagen (ww.) ; benutten (ww.) ; aanwenden (ww.) ; aangrijpen (ww.) |
apostar (ww) | gokken (ww) ; wedden (ww) |
Bronnen: interglot; www.voetbalgokken.nl/; www.weddenopsport.nl/
Voorbeeldzinnen met `apostar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: administrarES: aplicarES: apostarseES: aprovecharES: apuestaES: armarES: comenzarES: comerseES: compilarES: componer