acondicionar - Vertaling Spaans-Nederlands

Vertalingen acondicionar ES>NL

I acondicionar

werkw.

Uitspraak:

[akonð i ɑujoˈnaɾ]

1) ordenar o arreglar algo de forma apropiada - in orde maken

acondicionar una oficina - een kantoor in orde maken

2) poner un lugar a temperatura agradable - op aangename temperatuur brengen

acondicionar un ambiente - een ruimte op aangename temperatuur brengen

werkw.

Uitspraak:

[akonð i ɑujoˈnarse]

adquirir una persona una condición - zich klaarmaken

acondicionarse para hacer deporte - zich klaarmaken om te sporten

Overige bronnen

acondicionar (ww.)	afstemmen (ww.) ; initiëren (ww.) ; instellen (ww.) ; op gang brengen (ww.)
acondicionar	conditioneren ; verwerken ; vochtgehalte

Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.

Voorbeeldzinnen met `acondicionar`

Voorbeeldzinnen laden....

Synoniemen

ES: armar
ES: arreglar
ES: colocar
ES: conectar
ES: crear
ES: encaminarse
ES: enfocar
ES: equipar
ES: establecer
ES: fijar