1. MWB
  2. Vertalen
  3. expedir (ES>NL)
Vertaal
Naar andere talen: • expedir > DE • expedir > EN • expedir > FR
Vertalingen expedir ES>NL

expedir

werkw.
Uitspraak:  [ekspe'ðiɾ]

1) enviar algo a un lugar a través de correo u otro medio - verzenden
expedir cartas - brieven verzenden

2) elaborar un documento legal para dárselo a alguien o hacerlo público - afhandelen
expedir una autorización - een machtiging afhandelen

3) pronunciar un decreto - afkondigen
expedir una resolución - een besluit afkondigen

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
expedir (ww.) opsturen (ww.) ; posten (ww.) ; sturen (ww.) ; toezenden (ww.) ; versturen (ww.) ; verzenden (ww.) ; wegsturen (ww.) ; wegzenden (ww.) ; zenden (ww.)
expedir afzenden ; verzenden
Bronnen: interglot; Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `expedir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: apartar
ES: consignar
ES: deponer
ES: depositar
ES: despachar
ES: despedir
ES: destituir
ES: echar
ES: echar al correo
ES: emitir