Vertalingen emitir ES>NL
emitir
werkw.
1) producir o exhalar algo hacia afuera en una o múltiples direcciones -
afgeven El generador emite energía. - De generator produceert energie. |
2) transmitir una señal -
uitzenden emitir un programa de radio - een radioprogramma uitzenden |
3) dar a conocer opiniones o juicios -
bekend maken emitir una queja - een aanklacht bekend maken |
4) poner en circulación valores economie -
in omloop brengen emitir billetes - biljetten in omloop brengen |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
emitir (ww.) | uitstoten (ww.) ; programma uitzenden (ww.) ; rondstralen (ww.) ; sturen (ww.) ; tevoorschijn brengen (ww.) ; tevoorschijn halen (ww.) ; toezenden (ww.) ; uitkomen (ww.) ; uitscheiden (ww.) ; proclameren (ww.) ; uitstralen (ww.) ; uitstromen (ww.) ; uitwerpen (ww.) ; uitzenden (ww.) ; verzenden (ww.) ; wegsturen (ww.) ; wegzenden (ww.) ; posten (ww.) ; opsturen (ww.) ; omroepen (ww.) ; lozen (ww.) ; laten zien (ww.) ; emitteren (ww.) ; bekendmaken (ww.) ; afvoeren (ww.) ; afscheiden (ww.) ; afkondigen (ww.) ; afgeven (ww.) |
emitir | afgeven ; uitzenden ; uitgeven ; munten slaan ; munten |
Bronnen: interglot; Trueterm; Download IATE, European Union, 2017.
Voorbeeldzinnen met `emitir`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anunciarES: apartarES: articularES: avisarES: comunicarES: declararES: deletrearES: deponerES: desembarazarse deES: deshacerse de