Vertaal
Naar andere talen: • expandir > DEexpandir > ENexpandir > FR
Vertalingen expandir ES>NL

expandir

werkw.
Uitspraak:  [ekspan'diɾ]

1) aumentar algo para que ocupe más espacio - uitbreiden
Expandió su imperio por los países americanos. - Hij heeft zijn imperium in de Amerikaanse landen uitgebreid.

2) difundir una noticia o ideas - verspreiden
Los periódicos expandieron los sucesos por todo el país. - De kranten maakten de gebeurtenissen in het hele land bekend.

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
expandir uitbreiden ; uitrekken
Bron: Download IATE, European Union, 2017.


Voorbeeldzinnen met `expandir`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: desparramar
ES: difundir
ES: dilatar
ES: diseminar
ES: distender
ES: ensanchar
ES: extender
ES: propagar