Vertalingen propagar ES>NL
I propagar
werkw.
1) difundir algo a muchos lugares o personas -
verspreiden propagar una noticia - een nieuwtje verspreiden |
2) multiplicar por medio de la reproducción -
voortplanten propagar una especie - een species voortplanten |
II propagarse
werkw.
1) difundirse algo a muchos lugares -
zich verspreiden La noticia se propagó rápidamente. - Het nieuws verspreidde zich snel. |
2) multiplicarse por vía de reproducción -
zich voortplanten propagarse una epidemia - het verspreiden van een epidemie |
© K Dictionaries Ltd.Overige bronnen
propagar (ww.) | propageren (ww.) |
Bron: interglot
Voorbeeldzinnen met `propagar`

Voorbeeldzinnen laden....
Synoniemen
ES: anunciarES: circularES: crearES: desparramarES: difundirES: dilatarES: diseminarES: distenderES: divulgarES: editar