Vertaal
Naar andere talen: • propagar > DEpropagar > ENpropagar > FR
Vertalingen propagar ES>NL

I propagar

werkw.
Uitspraak:  [pɾopaaɾ]

1) difundir algo a muchos lugares o personas - verspreiden
propagar una noticia - een nieuwtje verspreiden

2) multiplicar por medio de la reproducción - voortplanten
propagar una especie - een species voortplanten


II propagarse

werkw.
Uitspraak:  [pɾopaaɾse]

1) difundirse algo a muchos lugares - zich verspreiden
La noticia se propagó rápidamente. - Het nieuws verspreidde zich snel.

2) multiplicarse por vía de reproducción - zich voortplanten
propagarse una epidemia - het verspreiden van een epidemie

© K Dictionaries Ltd.

Overige bronnen
propagar (ww.) propageren (ww.)
Bron: interglot


Voorbeeldzinnen met `propagar`
Voorbeeldzinnen laden....


Synoniemen
ES: anunciar
ES: circular
ES: crear
ES: desparramar
ES: difundir
ES: dilatar
ES: diseminar
ES: distender
ES: divulgar
ES: editar